Auto

•02/04/2015 • 2 reacties

Afgelopen week heb ik de auto van mijn moeder afgepakt. Afgepakt ja. Zo ziet zij dat. Het afscheid was zwaar. Ze wilde perse nog een rondje rijden. En zo geschiedde. Samen stapten wij in haar kleine autootje. Zij achter het stuur. Ik voorin. Ze wreef liefkozend over het stuur en zei met zachte stem: “Ik heb veel van je gehouden” en met een vriendelijk gebaar legde zij haar linker wang op het stuurtje. In dit moment dacht ik terug aan onze reizen die we vroeger samen maakten. Naar Spanje, naar Frankrijk, naar Zandvoort. Jullie die mij kennen weten dit. Deze vrouw. Wat een heldin. En ik als ik haar zo zie liggen, met haar oude gezicht en warrige haren, met nog wat slaap in haar ogen, heb ik zo veel verdriet. En respect. En liefde. En ik weet het. Ik zeg haar dat de sleutel in het contact zit, en haar hand reikt ernaar. Ze draait de sleutel om en start de auto, zet hem in zijn versnelling en geeft gas. 1, 2, 3, 4, 5e versnelling. Volg gas op de snelweg. Op naar bestemmingen die nieuw zijn voor haar. Op naar een mooie, snelle rustige laatste rit…

” Ik durf de sleutel niet om te draaien jongen”, zegt zij. Wil jij mijn laatste tochtje de chauffeur zijn?  Ja moeder. Net zo als jij mij richting hebt gegeven, doe ik dit nu bij jou. Tot het eindpunt. Ik beloof je geen zachte rit, maar wel een waarbij jij niet meer op hoeft te letten. Dat doe ik nu.

Liefs,

Je zoon.

Alzheimer

•02/01/2015 • 1 reactie

Moeder heeft Alzheimer. Het is 2 jaar geleden echt gediagnostiseerd maar eigenlijk al heftig vanaf 2005. Het jaar dat ze haar kleinzoon niet mocht houden. Voor die tijd heette het vergeetachtigheid. Oma had ook Alzheimer. En zij is door mijn moeder in een verzorgingstehuis gedaan. Hier heeft zij haar leven lang spijt van gehad. Dus wij varen een andere koers. Dus ik ben mantelzorger. Een titel die je liever niet hebt, zeker niet in de huidige maatschappij van Mark Rutte en zijn vrienden. Want ik schets nu even het ideaalbeeld: Iemand wordt ziek. Een mantelzorger verzorgt. Tot de dood, of tot beterschap. In die tussentijd wordt de mantelzorger betaald door de regering en zijn werkgever wordt ontlast. Mantelzorger werkt dus niet meer maar stelt zijn tijd beschikbaar om zijn naaste te helpen. Zo zou het moeten zijn. En dat betekent ook dat je heus wel wat kan blijven doen voor je werkgever. Per slot van rekening is 24/7 nu ook weer niet nodig. Hierover kun je goede afspraken maken. Want de meesten van ons werken 36 uur. En in die 36 uur zijn we niet heel productief. Reistijd, afspraken die niet doorgaan, koffiedrinken, roken etc. Dat kan effectiever. En dus is er ruimte. Kijk maar naar China. Daar is amper nog ruimte. Maar die werken dan ook geen 36 uur. Verwend zijn we. Maar dit is ook weer een ander onderwerp.

Als ik mijn moeder iedere dag zou kunnen helpen zal de kwaliteit van haar leven toenemen. Maar dat schijnt niemand te interesseren. Ik kan ook hulp inschakelen. Maar dat wil ze niet. Zij wil geen vreemden over de vloer. Dat heeft ze nooit gewild. Dus nu ook niet. Die beslissing is niet van nu, maar van toen, nog zonder de ziekte. En dus een juiste. Want ze kan vrijwel niets meer. Ze wordt wakker, rookt een sigaret en zet koffie. Dan pakt ze de krant en kijkt tv. Want de krant lezen gaat niet meer. Na verloop van tijd eet ze iets en bij gratie gods neemt ze een medicijn in. Ze loopt naar de plusmarkt, want die zit op 5 minuten lopen. Zij doet daar een half uur over. Daar koopt ze iets wat ze niet nodig heeft en een pakje sigaretten. Dan loopt ze weer naar huis. Dit is haar dag. Meer niet. Dan is het avond en kom ik. Meestal rond 19.00 uur. Als ze me ziet begint ze te huilen en zegt dat ze een slechte dag gehad heeft. Het raakt me keer op keer weer. Als zoon je moeder zien huilen is niet fijn. En op deze manier al helemaal niet. Ik kijk welke pillen ze nog niet genomen heeft. Soms zijn ze dit allemaal en soms ook niks. Ik leg altijd de pillen voor de volgende dag weer klaar en dien haar de geheugenpil toe. Een goed bedoelde pil zonder effect. Maargoed, de farmaceutische industrie heeft het al zo slecht… Enfin, ik ben geen dokter.

Ondertussen wel een Alzheimer specialist. Oma, Mama en straks…. Ik? Een ding weet ik zeker: Houd hen in hun eigen omgeving, geef hen ritme en regelmaat en geef hen jouw tijd. Tijd, ritme, regelmaat, geduld en liefde. En sluit hen niet op. Zorg voor hen. Maar door deze maantschappij is dat allemaal niet mogelijk. We moeten geld verdienen. Anders geen leven. En daarom moeten we andere mensen inhuren, die daar geld aan verdienen, om je vrouw, man, moeder, kind, broer of zus te verzorgen. Terwijl “eigen” echt het beste werkt.

Enfin, ik hou van mijn moeder en help haar graag. Zou zij voor mij ook doen. Jammergenoeg kan dit iedee niet op een grote meerderheid rekenen. Werkgevers zeggen nee, maar ook veel mensen zeggen nee. DIe weigeren om hun ouders te verzorgen. En voor iedereen is wel iets te zeggen. Maar ik zou het persoonlijk graag beter willen doen dan ik nu kan. Word ik er dan niet helemaal gek van, zoals nu ook wel is het geval is? Ja natuurlijk. Maar dat is een kleine prijs als ik mijn moeder zo gelukkig mogelijk kan maken. Want zelf kan ze dat niet meer.

Don’t mess with the Zohan.

•09/02/2013 • Geef een reactie

20130209-101233.jpg

Guusje

•09/02/2013 • Geef een reactie

Guusje

Grafrede vader, 2004

•07/08/2011 • Geef een reactie

Doorn, 1978

Ik staar in het donker en daar, ergens in de verte, zie ik iemand.
Een schim, een schaduw in de nacht.

Hij zwaait en loopt mijn richting op.
Die houding, die pas, die mimiek…

Ik weet wie het is.

Blij en verheugd ren ik naar de deur en schater trots: “Pap!”
Ik ben deel van hem.

“Zijn we nietig in aanschouw van het Almachtige?” , vraag ik hem.
Het hoofd schuin naar beneden buigend antwoord hij lachend: “Ik weet het niet jongen, ik weet het niet. We moeten NU leven, dat weet ik wel. Wat we niet weten is er niet en pas als we wel weten, zien we wel verder.”

“Maar wanneer weten we dan pap? Wanneer weten we dan?”

“Als we dood zijn jongen, als we dood zijn.”

“Kun je dat oefenen pap? Ik wil dat oefenen. Dat dood zijn.”
Nee schuddend en lachend aait ie over mijn bol.

Delft, de avond van 11 augustus 2004, 3 dagen na zijn dood

Ik staar in het donker en daar, ergens in de kamer, zie ik iemand
Een schim in het donker, een schaduw.

Hij zwaait niet, maar die houding, die mimiek.
Mijn adem stokt en kijk nog een goed

Ik weet wie het is…. maar besef tegelijkertijd dat DAT niet kan.

Nerveus klik ik het licht aan en draai mijn hoofd terug naar die richting waar ik zojuist hem dacht te zien.

Ik staar in de spiegel…….
Een gevoel van trots overspoelt mijn tranen,
want nu is hij deel van mij.

Komt een vrouw bij de dokter part 3

•04/08/2011 • 3 reacties

Beste lezer,

Het is alweer enkele weken geleden dat ik iets geschreven over de ziekte van mijn vrouw. Wij zijn na het laatste stuk, een stroomversnelling ingegaan. Alsof dat nog mogelijk was. Ik heb ook even een twitterstilte en blogstilte ingelast. Maar nu is het tijd om weer iets te schrijven.

In week 26 ontving zij chemo. Elke dag. 5 dagen achterelkaar. Cladribine heet het. Zij zat of lag en kreeg het spul toegediend. Alsof ze nooit anders gedaan had. Ik ben iedere dag mee geweest. Er zijn daar drie kamers met bedden en twee met stoelen. Per behandeling duurde het 3 uur. Inclusief naspoelen. Dus dat betekende dat er e.e.a. aan tijd gedood moest worden. Tijdschriften, ipad, boeken en tv waren hulpmiddelen. Maar om eerlijk te zijn ben je daar snel doorheen. Ook al is de tv gratis en een flatscreen. Grinnik, hoe zieker je bent, hoe mooier de tv. Maar dit terzijde. Ik heb tijd gehad om kennis te maken met een aantal personen die ook chemo moesten ondergaan. Twee ervan zijn mij in bijzonder bijgebleven. Er lag op dag 2 een vrouw naast ons. Een moslima. In volle kledingdracht lag zij naast ons. Kinderen kwamen af en aan, en ook haar man was aanwezig. Alleen niet aanspreekbaar. Hij reageerde nergens op. Zij wel. Ze was bang en stelde veel vragen aan de verpleegkundigen. Wat is dit? Hoe zijn mijn kansen? Waarom lig ik hier en zit ik niet in een stoel? Bij elk nieuw gezicht wat zij zag, stelde ze opnieuw dezelfde vragen. En de man deed niks, hij keek niemand aan. Hij zat daar maar. Na verloop van tijd verdween het bezoek en was zij alleen over. Ik besloot haar koffie aan te bieden. Ik ging toch halen. Toen ik met haar glaasje water terugkwam, vroeg zij of ik wist waarom ze niet op een stoel zat. Ik vertelde haar dat ik hier niet werkte, maar met mijn vrouw mee was. Ik legde haar wel uit dat het best zo zou kunnen zijn dat ze de volgende keer op een stoel zou zitten. Dit afwisselen dedd men bij ons ook en leek een toevalligheidsfactor. Dit begreep ze in 1 keer. U begrijpt dat haar beheersing van de Nederlandse taal niet optimaal was. Maar met een beetje geduld tijdens de uitleg lukte het best. Ik vroeg haar waarom haar man niets zei. De tranen sprongen in haar ogen. Hij begreep niet waarom zijn vrouw gestraft was door Allah, vertelde zij. Ze vertelde dat hij sinds het nieuws bekend was, geen woord gezegd heeft. Hij was alleen maar aan het bidden en aan het ‘praten’ met de almachtige. U kent mijn mening over religie. Maar op dat moment kon zelfs ik daar geen waardeoordeel over vellen. Ik vond het verschrikkelijk. Ze hadden haar 6 maanden gegeven. Borstkanker en uitgezaaid naar de lever en longen. Dat is dan ook het enige waarin die ziekte goed is. Geen onderscheid maken.

Een andere die ik niet meer vergeet is een jongeman, die naast Norma zat op dag 3. Hij kwam 1 keer per week en was facilitair manager. Lymfklierkanker. Het begon met een klein knobbeltje in de nek. En daar zat hij dan. Zonder toekomstperspectief, want ze wisten nog niets over zijn overlevingskansen. Het moeilijkst vond hij al die mensen die hier lachend binnenkomen en weggaan. “Ik heb niets om te lachen” vertelde hij. Zijn vrouw kon de stress niet aan en is vertrokken. Naar haar moeder. Zo kan het ook gaan, dacht ik nog. Om eerlijk te zijn was ik blij dat hij snel klaar was, want ik durfde hem gewoon niet te laten zien hoe sterk de band tussen mij en Norma is. Arme jongen.

Enfin, de chemo zit er in en de bloedwaarden lijken op orde te komen bij Norma. Maar we juichen nog niet, want nog niet alles klopt. Nog even geduld. Maar voor haar en dus voor ons is er licht aan het einde van de tunnel. Dat licht hebben we gezien. Het is nog zwak en af en toe flikkert het wat, maar by god, het zal aangaan. En aanblijven. Daar zet ik alles op in. Maar dat wist u al.

Komt een vrouw bij de dokter. part 2

•22/06/2011 • 8 reacties

Voor mij ligt een boekje. IKNL staat erop. Integraal Kankercentrum Nederland. Behandelwijzer. Dit hebben we vrijdag 17 juli meegekregen van de verpleegkundige op de afdeling oncologie in het Reinier de Graaf ziekenhuis in Delft. Afgekort RDGG. Als ik het opensla kom ik direct op een informatie hoofdstukje. Wie kunt u bellen met vragen? staat er, en daarbij een telefoonnummer. DIt mogen we altijd bellen had de verpleegkundige gezegd, maar denk eraan: bij voorkeur bij geen spoed tussen de 8.30 en 12.00 uur bellen. Indien spoed maakt het niet uit. Gelukkig maar.. Als ik verder door het boekje worstel zie ik ook nog een nummer wat we kunnen bellen tijdens feestdagen. Het is het zelfde nummer. Wel anders is het nummer voor de spoedeisende hulp. Hoe kun je zonder spoed bellen als je liefde kanker heeft? Blijkbaar kan het. Anders zou er geen verschil zijn in nummers.
Op de volgende pagina staat en lijst met redenen om een arts te waarschuwen. Koorts boven de 38,2, koude rilling, langdurige bloedneuzen, spontaan ontstane blauwe plekken, aanhoudend bloeden van een wondje, bloed of ontlasting in de urine, hevige menstruatie, een onrustig gevoel, stijve tong-, kaak-, of nekspieren, hoesten met slijm opgeven en pijn bij het plassen. Het is nogal wat. Voor deze zaken zou ik normaliter ook wel bellen. Ondertussen ben ik nog een beetje in de waar wanneer er nu ook al weer gebeld mag worden voor spoedzaken. Gelukkig weet zij het wel. Mijn vrouw. Natuurlijk.
“Wat voor haar relevant is, is plotselinge huisuitslag” legt de verpleegkundige uit. Dit heeft te maken met een vermindering van weerstand, en dat is het belangrijkste wat we aankomende periode mee gaan maken, de weerstand dip door de chemotherapie. Dat is de bijwerking van cladribine, de chemische wonderstof die haar een remissie van 10/15 jaar kan geven. Ik ga voor 50 jaar. Maar dat ben ik..
Op de volgende pagina is een wijzer naar de rest. Er wordt verwezen naar de personalia, algemene rapportage en de medicijnkaart alsmede naar wat is kanker, en kankerregistratie. Bah, zo’n scheldwoord in dat boekje kan echt niet, grap ik. Ik merk dat deze poging tot humor smoort in het rumoer van het leven: Fluitende vogeltjes, een miauwende kat, een ontbijtende vrouw en omroep MAX op achtergrond. Straks weer de mop! Maar ik dwaal af..
Ik worstel me verder door het boekje heen. De eerste hele zin is: “Wanneer bij u kanker is vastgesteld kan een moeilijke tijd met onzekerheid en angst in uw leven aanbreken.” Dan weten we dat in ieder geval. De tweede zin is: “Het is goed om te weten dat er een team van goed gekwalificeerde hulpverleners voor u paraat staat om u in de deze periode te begeleiden.” Gelukkig maar, zegt ze met een klein cynisch lachje. Tussendoor brult ze nog “Stift”, we zitten per slot van rekening midden in stap 3 van Jan Slagters ochtendprogramma. Wat is ze toch fantastisch.
Op pagina 3/7 van het boekje staat dat kanker een kwaadaardige ziekte is. Als ik dat lees word ik weer kwaad. Zoiets moois en liefs bezaaid met iets kwaads. Goverdomme. Ik blader terug naar vraag 1 uit het boekje. Wie kunt u bellen met vragen? Kan ik God niet bellen? Dan heb ik nog wel een paar vragen voor Hem. Of Haar. Maar dat kan allemaal niet. God bestaat niet. Mazzel voor hem. Echt. Ondertussen is de mop van Jan Slagter geweest. En eigenlijk is het geen mop, maar gewoon een verhaaltje. Niet grappig. Weer niet. Maar hij blijft zijn best doen. Die volharding heeft zij ook. Mijn vrouw. En daarom wint ze de strijd. Onder andere.
Maandag de 27e gaat de chemokuur beginnen. 5 dagen achterelkaar. Nu is ze alleen een beetje moe, maar tijdens en na de chemo zal ze zieker worden. Dat is natuurlijk een vervelende bijwerking waar opmerkelijk genoeg, niets over geschreven staat. Je redelijk voelen, behandeld worden om je vervolgens slechter te voelen. Laten we dan maar dan goed blijven denken aan het grote doel. Een remissie van 10-15 jaar. Ik ga voor 50 jaar, maar dat ben ik.

Het K-Boekje

Over ziekte, wachten, zorgeloosheid en jeugd

•03/06/2011 • 1 reactie

Nadat we afgelopen weken het slechte nieuws voor onze kiezen hebben gekregen (zie komt een vrouw bij de dokter blog) zitten we nu in een verwerkingsmodus. Het is niet te voorspellen. Dan ben je weer vrolijk, dan weer down, dan weer normaal. Toen we 10 dagen geleden bij de oncoloog waren, vertelde zij ons dat ze nog twijfelen over de leukemievorm. Is het HCL? Of is het misschien iets anders? Het is niet te hopen. Ja, het mag ook nog niks zijn. Daar tekenen we voor. Maar in die wereld leven wij helaas niet. Het beenmerg van Norma is ondertussen opgestuurd naar Groningen. Professor Philip Kluin buigt zich er nu over. Een goeroe schijnt. In feite zou e.e.a. volgende week bekend zijn, maar klaarblijkelijk is het moeilijk. Daarnet kregen we een telefoontje vanuit het ziekenhuis. Tijdens het overslaan van mijn hart, murmelde de assitente dat de uitslag niet volgende week, maar die week daarop bekend is.

Enfin, we moeten dus weer wachten. Ondertussen voel ik me een toeschouwer van het leven om mij heen. Ik fittness wat, twitter wat, kijk wat film maar merk dat ik me slecht kan focussen. We denken veel na over de zaken die echt tellen in het leven. Liefde en vriendschap etc.

Dit weekend is mijn schoonmoeder op visite. Nee, niet erg, dat is een best mens. Op deze manier heeft mijn vrouw wat afleiding en kan ze zich druk maken over waar dochters zich druk over maken als het hun moeder betreft. Ze zijn nu lekker in de stad op zoek naar antiek, want dat vind ze leuk. Mijn schoomoeder dan.

Net komt er een foto binnen op facebook. Een foto van mij toen ik 20 was. Als ik terugdenk aan die tijd merk ik dat het moeilijk is om me nog een tijd voor te stellen waarin alles zorgeloos is. Als je jong bent, heb je daar de meeste kans op. Zorgeloosheid. Dan ga je niet zuinig om met je tijd. Je flirt wat, je drinkt wat, je denkt na over hoe een 5,6 genoeg is om met een 5,5 over te gaan, je blijft tot 13.00 in je nest rotten en je maakt je druk over  hoe je haar zit. Jeugd wordt verspilt aan de jongeren. En als je als oudere jongere (nog net) de jeugd wilt wijzen op jouw fouten, zodat zij die niet zullen maken, realiseer je tegelijkertijd dat iedereen alles zelf moet ervaren. Want dat is het leven. Ervaren.

Sience-fiction beelden van een toekomstige ontwikkeling dat wij als mensen onze ervaringen direct kunnen overgeven aan onze kinderen schieten door mijn hoofd. Wat zouden we dan kunnen evolueren. Generatie op generatie die alles doorgeven. Fouten voorkomen, geen honger meer, geen oorlog. Alleen maar ontwikkeling. Als ik hier verder over nadenk kom ik in de clinch. Je ontneemt op die manier wel de mens zijn kind-zijn. Of defineer je dat dan gewoon anders.

Ik kijk naar spelende kinderen in een zandbak en zie hoe het meisje het jongetje onder smeert met zand,klei en andere troep. Ze hebben lol. De eerste liefde misschien? Ik besluit dat we het zo laten. Geniet kids! Later komt later wel.

Komt een vrouw bij de dokter

•24/05/2011 • 21 reacties

Wij zijn 6 jaar geleden in Delft getrouwd. Huisje, boompje, beestje. U kent het wel. Op het moment dat ik dit op papier zet, is het bijna 10 jaar geleden dat ik haar weer leerde kennen. Het was een reunie van onze oude school. Nu, 10 jaar later, zijn we 2 kindjes verloren en hebben we te horen gekregen dat mijn liefde kanker heeft. Maar gelukkig een zeer milde vorm. Ik vraag me af wat het woordje gelukkig in deze zin betekent. Gelukkig dat het langzaam ontwikkelt, gelukkig dat het ontdekt is, gelukkig.  De kanker heet HCL, Hairy Cell Leukemie. Deze week volgt het gesprek met de oncoloog en dan zullen we het plan van aanpak bespreken. Wanneer Chemo etc.To whom it may concern.

Qua pogingen tot kinderen is dit de historie:De eerste poging tot offspring was een leeg vruchtzakje, wat als miskraam staat geregistreerd.  De tweede poging heet Junior en kwam na 23 weken en 4 dagen op 30 april 2009 ter wereld. Zomaar ineens, zonder aanleiding. Hij heeft 2,5 uur geleefd en toen moesten we hem weer teruggeven. Afgelopen zaterdag, 21 mei 2011 om 13.07 heeft ze Benjamin gebaard. Hij heeft ook 23 weken en 4 dagen geleefd en is 19 mei in de baarmoeder overleden.  Ze was al preventief opgenomen in het Sophia kinderziekenhuis, omdat er een groeiachterstand zichtbaar was bij de foetus. Dit gebeurde op donderdag 19 mei. Diezelfde avond zagen we met de echo dat het hartje het niet meer deed. Een hartbreker.

Door deze zwangerschap is haar bloed nog eens extra getest, en zo zijn we dus wel achter de leukemie gekomen. Toen ons dat 4 weken geleden werd openbaart schoten er scenes uit films met Paul de Leeuw en Carice van Houten door mijn hoofd. Een woede maakte zich van mij meester. En onmacht. Zo oneerlijk. Dan besef je tegelijkertijd dat eerlijk en oneerlijk, goed en fout allemaal nonsens is die wij mensen bedacht hebben.

Wij zijn namelijk gewone, goede mensen, vriendelijk en sociaal. Hebben een vriendelijk woord over voor iedereen en zijn betrokken in de maatschappij. We houden van dieren en hebben een stichting, we zijn goed voor onze ouders en vrienden,  kortom, the works. Als er dus een evenwicht zou zijn met eerlijk en oneerlijk, verdienen wij dit niet. En dan twijfel ik nog over mijzelf, maar over  mijn vrouw niet, want dat is de veel betere helft van ons twee.

“With every great relationship comes a great burden, and the strenght to carry it” Deze zin hoorde ik laatst in een film. Ik dacht dat het verlies van ons 1e kind deze lading dekte. 2 jaar later kan ik dat alleen nog maar wensen.

Raar?

•06/04/2010 • 2 reacties

Gisteren verzond ik een tweet: Als iedereen van de beroepsbevolking 100 euro per maand zou overmaken op een rekening, zijn we zo door het begrotingstekort/bezuinigingen heen”. En toen begon ik te dagdromen… De beroepsbevolking in Nederland bedraagt 7 miljoen mensen. Voor de duidelijkheid: de beroepsbevolking is dat deel van de mensen tussen de 15 en de 65 jaar dat werkt of ingeschreven staat als werkzoekend. Afgerond naar beneden is het 7 miljoen mensen. Welnu, voorstel: Iedereen stort gemiddeld (verdeelsleutel maken rijk en arm) 100 euro op een bankrekening. Dat is 7 miljoen keer 100 is 700 miljoen. Niet moeilijk. Dit doen wij met elkaar 10 maanden. 10×700 miljoen is 7 miljard. 40 maanden is 28 miljard. Bezuinigingen weggepoetst. (ik heb het nog niet over de rente, want die is er niet of amper. Die zou zoveel zijn dat de bank het niet trekt)) Regering hoeft niet te bezuinigen, maar kunnen dus investeren. Dus betere gezondheidszorg, betere scholing, nou ja, u kunt de verkiezingsprogramma’s zelf lezen.  40 maanden is een dikke 3 jaar. Dus in 2013 is e.e.a. opgelost. 2 jaar eerder dan nodig is. Maar dan…. we gaan door met dit systeem en maken hierdoor iedereen rijk. Hoe?

Staatsschuld is afgelost en we gaan dus verder. Na 1 maand staat er 700 miljoen op de rekening. Dat gaan we verdelen.Op alfabet. Iedereen die stort krijgt n.a.v. de eerdere verdeelsleutel zijn deel. Dan hebben we binnen no time alleen maar rijke en hele rijke mensen in ons land. De prijzen mogen niet stijgen, alleen maar naar internationale maatstaven. Wat zou hier niet aan kunnen lukken er vanuit gaande dat iedereen meedoet? Ik heb geen economie gestudeerd…

Ik denk er zelfs over om iets verplicht te stellen na ontvangst geld. Stel je voor. Iedereen moet 20% van zijn/haar ontvangen geld uitgeven. Zo pomp je veel geld weer terug in de samenleving en stimuleer je de economie. Toch? Details bepalen we met elkaar d.m.v. platformen met daarin afgevaardigden van elke inkomensgroep.

Graag commentaar op deze dagdroom.